Josef Totter werd geboren op een boerderij in Vulkenland, Steiermark. Een wijnregio bekend voor zijn vulkanische bodems en mediterraan klimaat. De familie maakte er wijn, en ze hadden een Buschenschank, een soort (wijn)boerencafé dat enkel wijn schenkt van eigen makelij.
Josef volgde een wijnopleiding, maar koos uiteindelijk een ander pad, en werd ingenieur. Hij belandde in Italië, waar hij motorfietsen ontwierp voor KTM. Ondertussen bleef Josef in Oostenrijk wat wijn maken voor eigen consumptie. Op de conventionele manier, zoals hij dat had geleerd. In Italië kwam hij meer en meer in contact met natuurwijn, waardoor zijn passie voor het wijnmaken alleen maar groeide.
In 2011 stonden Totter en zijn vrouw Helga voor een moeilijke beslissing. Definitief terugkeren naar Oostenrijk, om er iets te gaan doen met de familieboerderij (de varkens, de bossen, de wijngaarden, de boomgaarden). Of het wijnmaken volledig opgeven en in Italië blijven om voor de moto-bedrijven te blijven werken. In 2012 hakten ze de knoop door. Ze gooiden hun leven om en gingen full time natuurwijn maken in Oostenrijk.
Al gauw stootten ze op een aantal moeilijkheden. De Jägerberg, waar de familiewijngaarden zijn aangeplant, kampt met grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht. En ook tussen zomer (gemakkelijk 35°) en winter (tot -15°) is het verschil erg hoog. Voeg daar nog een grote hoeveelheid neerslag aan toe, en je hebt de ideale omstandigheden voor schimmels en ziektes. Deze wijngaarden met müller-thurgau, welschriesling en zweigelt, werden in het verleden dan ook uitvoerig behandeld met koper en zwavel om ziektes als meeldauw en andere schimmels te bestrijden.
Om het gebruik van deze chemicaliën te kunnen stoppen, maakte Josef de moeilijke beslissing om alle oude wijnstokken te vervangen door 2 PIWI-variëteiten. PIWI's zijn nauwgezet ontwikkelde kruisingen die een hogere resistentie hebben tegen schimmelziektes zoals de meeldauw-soorten Oidium en Peronospora.
Hij beplantte 2 ha familiewijngaarden met muscaris (muskateller x solaris) en souvignier gris (cabernet sauvignon x bronner), wat hem in staat stelde om de wijngaarden biodynamisch te gaan bewerken. Door de oppervlakte beperkt te houden, is het mogelijk om de wijngaarden het hele jaar door alleen te bewerken.
In de kleine kelder wordt alles gevinifiëerd in houten vaten en amforen. Enkel voor de pét'nat' zijn inox tanks voorzien. De wijnen van Josef zijn ongefilterd, troebel en levendig, en we zijn er zelf helemaal wild van !
photos © Josef Totter
